De anderen zijn stom!


We oordelen vaak heel gemakkelijk wanneer iemand zich ‘anders’ gedraagt of kleedt. Of we hebben een mening over een hele bevolkingsgroep.

Deze onbewuste ideeën en vooroordelen en mijn ervaringen uit het verleden heb ik gebruikt voor een speels project van 4 lessen.


We vormen twee groepen die wonen in een fantasieland. Elke groep kan haar eigen land en gebruiken helemaal zelf vormgeven zolang het maar anders is dan normaal.

Nadat blijkt dat deze twee groepen zonder het te weten in hetzelfde land wonen, ontstaat er langzaam een grote concurrentie. Uiteindelijk komen de kinderen tegenover elkaar te staan.

Wat nu? Welke groep is de beste? Kunnen we daar wel uitkomen?
Onder mijn invloed als Uruburu, de wijze verhalenverteller wordt de aandacht verlegd van het conflict naar een oplossing. Hoe kunnen we het beste uit beide culturen halen en dat combineren?
Kunnen we samen verder?


Dit project sluit aan bij Vrede van Utrecht 2013

Eric van Vliet – leerkracht groep 7, Van Leeuwenhoekschool:

‘Door de opbouw groeien de kinderen naar het gevoel dat het land dat zij bedacht hebben echt van hen is. Ze gaan in de fantasie van het land mee en bedenken hoe het eruit ziet. De leerlingen worden fanatiek in het bedenken van liedjes, dansjes en begroetingen.

Op een gegeven moment geeft Danijela inzicht in wat de andere groep leerlingen aan het doen is. Met een aantal handige vragen en opmerkingen maakt ze duidelijk dat het andere land veel slechter is dan hun land en de kinderen spelen daar meteen op in.

Dan is er een les waarin de confrontatie echt plaats vindt. Danijela staat in haar rol boven de groep en heeft een goede manier bedacht om de controle niet kwijt te raken. In deze les komt naast het conflict ook meteen de oplossing, zo blijft het conflict niet hangen tot de volgende les.

Die laatste les is helemaal toe gespitst op het uitleggen. Hoe ontstaat een conflict en is dit te voorkomen? Is het niet raar dat de kinderen ruzie krijgen? Want als ze verder kijken zien ze dat ze elkaar kunnen aanvullen.

Ook wordt er gekeken naar oorlog in de wereld en dat het niet moeilijk is om dit te laten beginnen, maar vooral moeilijk om het op te laten houden.

De opbouw is helemaal goed gekozen. De kinderen krijgen makkelijker een inzicht doordat ze het zelf mee hebben gemaakt. Ze zijn niet abstract bezig zoals met de 2e Wereldoorlog. Nee, ze hebben het zelf meegemaakt. Gelukkig wel op een milde manier, maar ze redeneren nu vanuit een ervaring.’